nogmaals even over kinkhoest

Kinkhoest is een besmettelijke ziekte van keel, luchtpijp en neus die wordt veroorzaakt door de Bordetella pertussis-bacterie. De ziekte gaat gepaard met heftige hoestaanvallen. In Nederland wordt rond de 95 procent van de kinderen ingeënt tegen de ziekte. Toch komt kinkhoest geregeld voor bij kinderen en volwassenen, maar na een vaccinatie is dit meestal een milde vorm.

Wat zijn de ziekteverschijnselen?

Kinkhoest begint met koorts, een hardnekkige verkoudheid en een droge hoest. De hoestbuien worden erger, vooral ’s nachts. De zieke hoest slijm op en maakt een gierend geluid bij het inademen. De benauwdheid is zo ernstig dat de patiënt tijdens een hoestbui blauw kan aanlopen en braakneigingen krijgt. Deze periode duurt een aantal weken. Daarna gaan de hoestbuien over in een losse slijmloze hoest.

Bij volwassenen verloopt kinkhoest meer als een flinke verkoudheid.

Hoe is kinkhoest te behandelen?

Kinkhoest moet vanzelf genezen. De behandeling is alleen gericht op de bestrijding van de symptomen, zoals het wegzuigen van taai slijm en zo nodig een buisje in de luchtpijp bij zuigelingen, en antihoestmiddelen. Antibiotica kan de klachten verlichten en de besmettelijkheid verminderen. De hoestbuien kunnen drie tot vier maanden aanhouden.

Wie lopen meer kans op kinkhoest?

Kinderen en volwassenen die niet zijn ingeënt, hebben meer kans de ziekte op te lopen. Hoe jonger het kind is, hoe groter de kans dat de ziekte ernstig en zelfs levensbedreigend verloopt. Ook bij kinderen met ziekten aan het hart, zenuwstelsel, de longen of spieren verloopt kinkhoest ernstiger.

Zwangeren kunnen de ziekte direct na de geboorte overdragen op de baby als ze in de laatste zes weken van de zwangerschap besmet zijn geraakt met kinkhoest. Wie is gevaccineerd of kinkhoest heeft gehad, is daarna enkele jaren immuun voor de ziekte, maar kan na die periode wel weer kinkhoest krijgen.

Ik heb kinkhoest. Moet ik thuisblijven?

Als een kind met kinkhoest zich goed voelt, kan het gewoon naar de crèche, dagverblijf, speelzaal of school. Het kind was al besmettelijk voordat de ziekte zich manifesteerde, dus thuishouden helpt niet om verspreiding van kinkhoest te voorkomen. Wel moet de leiding of de leerkracht worden geïnformeerd, zodat andere ouders alert kunnen zijn op ziekteverschijnselen bij hun kind. Een kinkhoestpatiënt die contact heeft gehad met een baby, moet ook de ouders informeren.

Een volwassene met kinkhoest die zich goed voelt, kan meestal gewoon gaan werken.

Hoe voorkom je kinkhoest?

Sinds 1957 worden (bijna) alle kinderen ingeënt tegen kinkhoest. De vaccinatie zit in het Rijksvaccinatieprogramma. De vaccinatie beschermt een aantal jaren, maar het is niet helemaal duidelijk hoe lang precies. Wie is gevaccineerd en toch kinkhoest krijgt, krijgt de ziekte wel in een mildere vorm.